Reactie Medling op advies klankbordgroep

Medling heeft in haar reactie acht punten genoemd die wat haar betreft tot verdere verbetering of aanpassing kunnen leiden van de aanbevelingen. U treft de integrale tekst hieronder aan.

Aan:                      De voorzitter van de klankbordgroep Bijzondere Curator

                               Prof. Mr. Drs. H.P.A.M. van Arendonk

cc:                          Raad voor de Rechtspraak, Ministerie van V&J - belanghebbenden

Betreft:                Reactie op rapport klankbordgroep Bijzondere Curator 2016

 

 

Amsterdam, 25 januari 2017

 

Geachte leden van de klankbordgroep Bijzondere Curator 2016,

 

Het verheugt ons dat u met het rapport van 15 november jl. een gedegen document heeft opgesteld waarin het profiel van de bijzondere curator nader is omschreven. Blij zijn wij ook met alle aandacht die de bijzondere curator hiermee krijgt.

 

In het rapport geeft u een beschrijving van het profiel van de bijzondere curator, waarbij aanbevelingen geformuleerd zijn aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Raad voor de Rechtspraak. Uw klankbordgroep is opgericht uit de noodzaak tot herbezinning op de (beroeps)achtergrond van de bijzondere curator. Tevens hebben de criteria, opleidingseisen, examinering en beloning aanleiding gevormd om de groep op te richten.

Op een flink aantal onderdelen sluit uw rapport aan op het werk dat wij hebben verricht en verrichten alsook op de Kamervragen die, na onze aandacht hiervoor, zijn gesteld over de positie van de bijzondere curator op 2 september 2015 door de SGP. Wij hebben tevens deelgenomen aan de hoorzitting in de Tweede Kamer rondom complexe scheidingen van 9 juni 2016.

Wij hebben tevergeefs met diverse leden van de klankbordgroep getracht verbinding te leggen. Dit nu de ontwikkelingen zich op landelijk niveau afspelen, er vanuit ons middels de opleiding hieraan reeds een bijdrage wordt geleverd alsmede eenduidigheid op landelijk niveau van belang is. Zeker voor de te leveren kwaliteit van de bijzondere curator en de kinderen waarvoor de bijzondere curator optreedt.
 

Wij zijn in deze dan zo vrij om een schriftelijke reactie te geven op uw rapport. Liever hadden wij uiteraard in een eerder stadium intensief met u meegedacht. Wij menen dat onze stem waardevol is op grond van onze kennis en achtergrond vanuit zowel het uitvoerende werk als bijzondere curator, alsmede het ontwikkelen en verzorgen van de vierdaagse Opleiding bijzondere curator in Jeugdzaken vanuit Medling academy. Bovendien zijn wij de grondleggers van de site: www.bcjz.nl waar een eerste landelijk register met bijzondere curatoren, die zijn geschoold, zijn gekwalificeerd en daarover zijn getoetst (bij entree en bij afronding van de opleiding), door ons is aangelegd. Waar alsmede het door ons ontwikkelde beroepsprofiel met daarbij behorende competenties voor de bijzondere curator staan vermeld.

Daarnaast hebben wij vanuit Medling academy een drietal informatiefolders over de bijzondere curator ontwikkeld (voor kinderen, ouders en verwijzers) die wij landelijk verspreiden om aandacht te genereren voor de mogelijkheden en het zeer belangrijke werk van de bijzondere curator.

In uw rapport wordt een helder en in onze visie logisch onderscheid gemaakt tussen de “250-bijzondere curator” en de “212-bijzondere curator”.

Ook wordt benoemd dat het onderscheid van belang is tussen de rol van de bijzondere curator en die van de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming. Hier gaan wij in onze opleiding nadrukkelijk op in en wij hebben daar een helder overzicht van.

 

Wij benadrukken het belang van toetsing en examinering van bijzondere curatoren alsook van selectie aan de voordeur om zo kwaliteit (kennis en kunde) te toetsen.
Wij hebben ruime ervaring met het toetsen (op verschillende vlakken). Ons examen is opgebouwd uit verschillende facetten van het werk van de bijzondere curator en diverse vraagstellingen welke ieder worden beoordeeld. Mocht een kandidaat onder de norm presteren, dan volgt er een herkansing. Mocht degene opnieuw onder de norm presteren dan wordt de kandidaat in een persoonlijk gesprek geïnformeerd over de reden van afwijzing. Mogelijk is ook dat een kandidaat slaagt met de verplichting om deel te nemen aan een supervisietraject om zodoende het hiaat in kennis en kunde aan te vullen. Belangrijk element van de toets is, naast juridische kennis en zelfreflectie, het schrijven van een rapportage/verslag aan de hand van een casus. Dit is één van de kernfacetten van het werk van de bijzondere curator en essentieel om de rechter richting te geven rondom de vraagstellingen die zijn afgegeven.

 

Wij denken dat de kandidaten die met goed gevolg de Opleiding bijzondere curator in Jeugdzaken bij Medling academy hebben gevolgd, ruimschoots voldoen aan de norm zoals u die neerlegt in uw rapport.

 

Uw rapport roept een aantal vragen op.
 

  1. U stelt dat de bijzondere curator lid moet zijn van een bestaande beroepsvereniging /
    -commissie. Anderzijds wordt gesproken over een eigen organisatie met een eigen klacht- en tuchtrecht, hetgeen aansluit bij het idee dat de bijzondere curator als een eigenstandige beroepsgroep gezien kan worden. Wij pleiten voor een eigen beroepsverband, gelet op de positie en de werkzaamheden van de bijzondere curator die uniek zijn en specifieke expertise vereisen.

 

  1. Wij vragen ons af waarom in de door u geformuleerde eisen de professionals uitgesloten worden waar de werkzaamheden het meest lijken op die van de bijzondere curator. Hierbij denken wij aan mensen uit de (gedwongen) jeugdhulpverlening, bijvoorbeeld raadsonderzoekers, medewerkers van Veilige thuis en Jeugd- en gezinsbeschermers. Deze groep is bekend met het juridisch speelveld, de onderzoeken, het bemiddelen, het rapporteren en niet te vergeten het onderhouden van contacten met de rechtbank. Met deze groep is geen pilot gedaan maar er zijn wel ervaringen te noemen op grond van reeds bestaande benoemingen. Uiteraard kunnen de rollen niet tegelijkertijd vervuld worden.
     
  2. Wij vragen ons af of verwacht mag worden dat een academisch geschoolde professional een aanvullende kwalificatie behaalt op het gebied van familiemediation. Als dit naast de kennis en kunde als achterliggende reden heeft dat men zich dan, op grond van een MfN-register (Mediators federatie Nederland), kan inschrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand dient u zich te realiseren dat men eerst een Basisopleiding mediation moet volgen, een kennistoets en een assessment moet afleggen, alvorens een Familiemediation opleiding kan worden gevolgd. Daarnaast moet men verder voldoen aan de jaarlijkse permanente educatie verplichtingen en een kwantum mediationzaken, zoals opgelegd door de MfN, om de inschrijving in het MfN-register en dus bij de Raad voor Rechtsbijstand te behouden. Als we dit afzetten tegen de beloning van de bijzondere curator vragen wij ons af waar de balans tussen beide te vinden is.

 

  1. Dat mediationkennis en vaardigheden nodig zijn voor de uitoefening van de (bemiddelende) werkzaamheden van de bijzondere curator staat buiten deze kanttekening. Een vraag die hierop aansluit, gaat over de andere groep professionals die in de ogen van de klankbordgroep geschikt zijn als bijzondere curator, de advocaten. Onze visie, maar ook ervaring, is dat deze groep bijgeschoold dient te worden op  sociale- en (ontwikkelings)-psychologische aspecten binnen het werkveld van de bijzondere curator.

 

  1. Het zware werk van de bijzondere curator kan vragen om supervisie/intervisie. Wij zijn er voorstander van om zowel supervisie als intervisie voor de bijzondere curator in te richten. Waarbij gedacht kan worden aan een verplichte deelname (aan supervisie bij een eerste benoeming). Wij besteden hier in onze opleiding reeds aandacht aan.

 

  1. Momenteel bestaan er geen eisen aan de bijzondere curator en kan iedereen worden benoemd door de rechtbank. Dient de sprong die u en wij nu maken, mede kijkend naar de wijze waarop in het rapport is ingegaan op het overgangsrecht, niet meer stapsgewijs te verlopen?

 

  1. Er wordt in het rapport verder gesproken over zgn. “lijsten”. Wij hebben vernomen van lijsten met bijzondere curatoren bij verschillende rechtbanken en er wordt gezegd dat er lijsten bestaan bij de Raad voor de Rechtsbijstand. Dit is onoverzichtelijk voor het werkveld. Bovendien is er geen transparantie over de lijsten binnen rechtbanken en is niet bekend welk profiel men hanteert rondom de bijzondere curator. Dit zou eenduidig moeten zijn op landelijk niveau. Bepaalde rechtbanken zouden gekwalificeerde bijzondere curatoren weigeren omdat de lijst vol zou zijn of omdat gewerkt wordt met een vaste groep bijzondere curatoren, terwijl men bij een andere rechtbank wordt benoemd en er nimmer een woord wordt gewisseld over een lijst met bijzondere curatoren. Noodzakelijk is dat de lijsten eenduidig worden gehanteerd en transparant worden gemaakt.

 

  1. Verder denken wij met de wijzigingen die worden gemaakt binnen het werkveld van de bijzondere curator dat allereerst meer aandacht gegenereerd kan worden voor de mogelijkheden die een bijzondere curator bij uitstek heeft om voor de belangen van minderjarigen op te komen, ook als anderen dat laten afweten. Een aansluiting met de rechtbanken moet daarbij niet uit het oog worden verloren. Ook binnen de rechtbanken bestaat momenteel te weinig eenduidigheid over benoemingen van de bijzondere curator.


Ter afsluiting willen wij nogmaals benadrukken dat wij graag in verbinding met u verder denken over - en werken aan - de verdere invulling van de functie-inhoud en bevorderen van een kwaliteitsslag bij de functie van bijzondere curator, mede ingegeven door de kennis en expertise die wij hebben vanuit het werkveld, de opleiding en de examinering.
 

Wij zien uw uitnodiging hieromtrent met vertrouwen tegemoet. In de tussentijd zetten wij onze werkzaamheden als opleider, ontwikkelaar én bijzondere curator in Jeugdzaken voort.

 

Met vriendelijke groet,

 

Namens Medling/  Medling academy,

Lianne van Lith

Marieke Lips

Paul Roosenstein

 

 

Download hier de reactie van Medling